Civil war breaks out in Japan.
Naar aanleiding van nadere berigten van den konsul-generaal der Nederlanden in Japan, die zich aansluiten aan de mededeelingen vervat in het nummer dezer courant van den 18den dezer, kan omtrent den stand van zaken in dat rijk nog het volgende gemeld worden.
De prinsen Echizen en Owari hadden den Taikoen te Osaka trachten te overreden om naar Kioto terug te keeren, ten einde overeenkomstig het verlangen van den Mikado de bestaande geschillen in der minne te vereffenen. In stede van aan deze uitnoodiging, welke hij wantrouwde, gevolg te geven, zond de Taikoen den vice-minister Tsoekahara Tadzima no Kami met drie bataillons naar Kioto, met last om van den Mikado te eischen, hem, Taikoen, in zijn vorigen rang te herstellen en de in verzet zijnde prinsen te straffen.
Te Osaka hebben dagelijks straatgevechten plaats tusschen volgelingen van Satzuma en die van Aizou en andere met den Taikoen bevriende prinsen. Ook te Jedo hadden ernstige ongeregeldheden plaats na het vertrek van de vertegenwoordigers der mogendheden, die het handelstraktaat gesloten hadden. De Japansche kooplieden werden door aanhangers van Satzuma in hunne huizen aangevallen, beroofd of vermoord. Een der paleizen van den Taikoen te Jedo werd in de asch gelegd, en bij die gelegenheid op twee assistenten der engelsche legatie geschoten. Een gelijk lot ondergingen drie paleizen van Satzuma; deze werden op last van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken met de zich daarin bevindende personen en de belendende gebouwen van vreedzame burgers verbrand, en onder de verdedigers eene groote slagting aangerigt.
De engelsche legatie te Jedo had eenigzins geleden, doch de nederlandsche bleef ongedeerd. De geheele voorstad, Sinagawa genaamd, werd verwoest door een brand, die op drie plaatsen uitbrak en twee dagen aanhield. Eenige voortvlugtige aanhangers van Satzuma hadden de wijk genomen aan boord van een der schepen van dien prins. Bij zijn vertrek werd deze bodem door het Japansch raderstoomschip, vroeger Danzig genaamd en van Pruissen afkomstig, vervolgd, waarop een hevige strijd van drie uren volgde met het gevolg, dat de groote mast van de Danzig over boord geschoten en Satzuma’s schip ofschoon zwaar gehavend, echter wist te ontkomen.
In den morgen van 28 Januarij werd Osaka door een zwaren brand geteisterd.
Te Foessimi, eene stad op 19 engelsche mijlen van Osaka en tusschen deze plaats en Kioto gelegen, had eene botsing plaats tusschen de troepen van den Taikoen en die van Satzuma Toza en Nagato, welke laatste in hinderlaag lagen. Na een hardnekkig gevecht, waarin de élite van des Taikoens troepen bleef, werden de aanhangers van Satzuma op de vlugt gejaagd en de stad in brand gestoken. In een der paleizen van dien prins ontlastte zich bij het binnendringen van des Taikoens troepen eene menigte gevulde granaten, die binnen de ingangen waren opgestapeld.
Men meldde nader, dat het leger van Satzuma, dat zich met de benden van Nagato vereenigd had, de troepen van den Taikoen te Kioto geslagen had. Drie stoomschepen van Stazuma door ‘s Taikoens vaartuigen Kaijomar, Fusigama, Emperor en Jangtsze, respektivelijk 26, 8 , 6 en 4 stukken voerende, ingesloten, hadden echter weten te ontsnappen.
De konsul der Nederlanden te Hongkong vermeldt de laatste gebeurtenissen op de volgende wijze.
Met de Salamis en Kadneij zijn van Japan berigten aangebragt, welke eenig meerder licht verspreiden omtrent de onbestemde mededeelingen, aanvankelijk nopens het uitbreken van een burgeroorlog te Osaka ontvangen.
Het schijnt dat kort vóór het vertrek van de Kadneij van evengenoemde plaats de gewezen Taikoen Statsbashi, die zich toen op het kasteel Osaka bevond, vernomen had, dat een legerkorps van Satzuma zich in de nabijheid bevond, waarop hij zijne eigen troepen zou hebben afgezonden om dat korps te ontmoeten. Die troepen werden geslagen en naar Osaka teruggedreven, en de vrees ontstond, dat de troepen van Satzuma op Osaka zouden aanrukken om het kasteel te belegeren.
Onder deze omstandigheden vreesden de vreemde ministers, wier woonplaatsen buiten het kasteel gelegen waren, om tusschen twee vuren te geraken, en maakten zij derhalve voorbereidselen tot hun vertrek. Dit voornemen werd door middel van seinen te kennen gegeven, doch van de ter reede liggende schepen werd teruggeseind, dat de inscheping alleen met reddingbooten mogelijk was. Kort daarop, in den namiddag, werd nader berigt, dat het weder nog onstuimiger geworden was en zelfs de reddingboot niet kon worden uitgezonden.
De schepen, welke naast de Kadneij in de baai lagen, waren de Ocean, de Ratller, de Serpent, de Cormorant en een kanonneerboot.
De maritime autoriteiten kwamen overeen, dat de ministers hunne reis tot naar Hiogo over land zouden doen, terwijl een schip naar die haven gezonden werd om hen daar aftewachten, maar aangezien de Kadneij zich reeds over haren tijd had opgehouden, moest zij vertrekken, terwijl de voorschreven twijfelachtige stand van zaken nog hangende was.
(Jav. Ct.)
Source: Java-bode: nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie. Batavia, February 29, 1868, pp. 6–7.
公開:
編集:
引用文献
ドゥイツ・キエルト()・1868-01-28 Outbreak of Civil War、出島から東京へ。2024年11月08日参照。(https://www.dejimatokyo.com/archives/75/1868-01-28-outbreak-of-civil-war)
この記事のコメントはまだありません。