Estimated cost of the reconstruction of the legation in Tokyo after its destruction during the 1923 earthquake.
Ter toelichting van artikel 26 (Kosten van wederopbouw van de gezantschapsgebouwen te Tokio) veroorlooft de ondergeteekende het volgende bij te brengen:
Door den brand, gevolgd op de aardbeving, waardoor Tokio en Yokohama in September 1923 geteisterd werden, is het aan het Rijk toebehoorende gezantschapsgebouw in de Japansche hoofdstad geheel verwoest.
Het terrein, waarop dit gebouw stond, is jaren geleden door de Japansche Regeering aan Nederland in erfpacht gegeven ten behoeve van eene behoorlijke huisvesting van het gezantschap.
Door den toenmaligen diplomatieken vertegenwoordiger, den heer VAN DER POT, werd op dit terrein een huis gebouwd, met woningen voor bedienden, stallen, enz. De latere gezanten hebben dit huis met nevengebouwen in huur gehad van de erfgenamen van den heer VAN DER POT, totdat het in eigendom door het Rijk werd overgenomen. De houten gebouwen verkeerden toen in weinig goeden toestand, zoodat de vraag zich voordeed, of niet het optrekken van eene nieuwe woning aanbeveling zou verdienen. Het was voornamelijk wegens financieele overwegingen, dat destijds van een nieuw gebouw werd afgezien en tot herstel en uitbreiding van het bestaande werd overgegaan.
Nu dit herstelde gebouw verwoest is, kan er, daargelaten dat het huren of koopen van een passend gebouw na de aardbeving volstrekt onmogelijk zou wezen, geen sprake zijn van andere keuze dan het doen verrijzen op het daarvoor ontvangen terrein, waar zich ook de woningen voor het ondergeschikt personeel van het gezantschap bevinden, van een nieuw gebouw, in afwachting waarvan de ongehuwde gezant zich moet behelpen met de woning, die bestemd is voor den gezantschapssecretaris en die deze thans tijdelijk met het hoofd van het gezantschap moet deelen, terwijl bovendien de kanselarij daarin is moeten worden ondergebracht.
In overeenstemming met het advies der deskundigen zal het, met het oog op het veelvuldig voorkomen van aardbevingen en branden in Japan, de voorkeur verdienen voor het nieuwe gebouw niet, zooals bij het oude, van hout, doch van gewapend beton gebruik te maken. Ook de bij de laatste ramp opgedane ondervinding heeft deze meening bevestigd.
Na de bestudeering van verschillende plannen voor den bouw is thans de keuze bepaald op een plan van een sedert vele jaren te Tokio gevestigd buitenlandsch architect, dat met vermijding van wat niet bepaald noodzakelijk is, toch voldoet aan de eischen van een waardige vertegenwoordiging in Japan en rekening houdt met de bijzondere eischen, welke daar te lande aan huizenbouw moeten worden gesteld, met inachtneming van de na de ramp van 1923 vastgestelde gemeentelijke verordeningen.
Het plan omvat het hoofdgebouw met daaraan verbonden kanselarijvertrekken, keuken en bedienden verblijven.
De kosten zijn geraamd als volgt:
hoofdgebouw | Yen 287 053,20 |
---|---|
leidingen, wegen, tuinaanleg, enz | 13 750,— |
voorzieningen aan de woningen voor het personeel | 21 650,— |
Totaal Yen | 322 453,20 à f 1,20 = f 386 943,84 |
Onvoorzien | 13 056,16 |
f 400 000,— |
Hierin zijn begrepen de kosten voor den aanleg van centrale verwarming, electrisch licht, waterafvoer, enz.
Het is niet mogelijk gebleken de voor den bouw benoodigde gelden, welke uit den aard der zaak in verband met de in Japan geldende hooge prijzen aanzienlijk zijn, te verminderen met een bedrag voor schadevergoeding wegens het verbrande gebouw. Wel was dit tegen brandschade verzekerd, doch de verzekeringsmaatschappijen in Japan hebben algemeen den regel aangenomen bij de polis uitdrukkelijk van de verzekering uit te sluiten de schade geleden door brand, welke het gevolg is van aardbeving. Met een beroep op dit beding heeft de betrokken verzekéringsmaatschappij tegen de uitbetaling van het verzekerde bedrag bezwaar gemaakt.
Voor de toelichting der verdere verhoogingen moge naar den uitgewerkten en toelichtenden staat worden verwezen, onder opmerking dat waar voor verhoogingen geene toelichting gegeven is, deze berusten op bestaande wetten en algemeene maatregelen van bestuur (periodieke verhoogingen, enz.).
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
VAN KARNEBEEK.
Source: Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1927. 2. III. 1—2. (State budget for fiscal 1927).
公開:
編集:
引用文献
ドゥイツ・キエルト()・1927 Rebuilding Legation: Estimated Cost、出島から東京へ。2024年11月08日参照。(https://www.dejimatokyo.com/archives/49/1927-rebuilding-legation-estimated-cost)
この記事のコメントはまだありません。